in metselwerk
De vroege Russische bouwkunst is een navolging van wat de langs de Dnjepr gevestigde handelaren in
het machtige Byzantium (nu Istanbul) gezien hadden.
De
Sophiakathedraal van Kiev
is het oudste voorbeeld en is opgezet als een
Centraalbouw - Byzantijns.
Maar de Russische bouwwerken hebben een eigenaardigheid: de verhouding tussen
voegen en bakstenen. De
voegen
lijken ruim twee keer zo dik als de lagen
baksteen.
Hoe kregen ze dat voor elkaar? Bij een gevel die geheel uit baksteen is opgetrokken,
is alternerend een
laag zo diep teruggelegd dat deze achter de mortel verdwijnt.
Deze laag is dus verstopt, het is een
verholen laag.
Het resultaat is een grijzige gevel met dunne rode strepen.
Waarom deden de bouwers dat? Hiervoor zijn verschillende verklaringen bedacht.
Een ervan ziet het als een vertaling van de in Rusland vertrouwde
houtbouw
(en dat was meestal
blokbouw)
de dikke horizontale lijnen van de balken het beeld domineren.
Voor de hand liggender is het om er een vertaling in te zien van een van de
Romeinse bouwkunst
afgeleid metselverband: het
opus mixtum.
Hierbij wordt een natuurstenen muur geleed door steeds enkele lagen dunne
baksteen, die op grote afstand lijken op rode (in plaats van witte)
speklagen'.
Soms waren hierbij
de natuursteenlagen even dik als de baksteenlagen. De Russen bereikten met
uitsluitend baksteen een soortgelijk beeld door het
toepassen van de verholen lagen.
Niet steeds zijn de verholen lagen van baksteen, ook kleine natuursteen wordt soms
(onzichtbaar) tussen de zichtbare baksteenlagen toegepast.
Tekst: Jean Penders (03-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders